25-8-06 Mesjek

De geplande ontmoeting van vandaag, was een ontmoeting die ik al lang gepland had. Vandaag was de laatste mogelijkheid, omdat mijn zomervakantie vandaag ten einde liep. De van mijn moeder geleende auto stond al enkele uren voor de deur. Het wachten was nog even op Hadas, als zij haar ochtend slaapje zou hebben gehad, zouden we weg gaan. Maar Hadas net als alle andere baby’s is niet voorspelbaar. Iets plannen met haar is in grote lijnen je programma uitzetten en de invulling door haar laten bepalen. Om even voor half twaalf wordt ze wakker. Mooi na ruim een uur slaap, zal ze het wel even uithouden. Proberen om twaalf uur samen wat te eten. En dan wegwezen. Heb onverwacht om twintig voor vier een afspraak met Denise onze dochter van acht) bij de doktor. Dat betekent dat ik niet veel tijd zal hebben waarschijnlijk ruim een uur. Hoop dat Hadas me de mogelijkheid geeft om even wat te praten.

Na de lunch gaan we. Denise wou ook mee. Dat vind ik leuk. Ondanks dat het voor mij minder rust geeft. Maar ik vind het belangrijk dat Denise opgroeit met personen met een verstandelijke handicap. De tas voor Hadas inpakken, luiers meenemen, beker met water mee, lege fles met dop mee, melkpoeder mee en naar de auto. Even een poep controle. Alles is ok. We kunnen gaan. Ik zet Hadas in de kinderstoel. Ineens merk ik dat de zon schijnt. Dus weer terug naar huis 1 witte stoffen luier pakken om het autoraam af te dekken, zodat ze een bescherming tegen de zon heeft. Denise helpt en we schermen haar raam af. ‘Papa, ik heb de Donald Duck vergeten’. ‘Hier heb je de sleutel’.Denise pakt de bos met sleutels van me ‘Geef de sleutels maar, terug’, roep ik, terwijl ze al een tiental meters van me vandaan is. Ik neem een sprintje. Voordat Denise de deur open heeft, ben ik al weer terug, denk ik, terwijl ik voor de tweede keer de voordeur open.

Na drie kwartier rijd ik de parkeerplaats op van de instelling waar ik vroeger heb gewerkt. Ik stap uit. ‘Neem jij de tas van Hadas’, vraag ik aan Denise. Zij pakt de tas. Ik lig half in de auto om de sokjes van Hadas onder mijn stoel vandaan te grabbelen. Ik neem de tas van Denise over. De tas aan mijn rechterschouder, Hadas op mijn linker. Denise naast me, en zo lopen we naar mijn vroegere werk. Aangekomen bij het dagactiviteitencentrum gluur ik door de de ruit van de deur. Ik bel aan. Heel even ben ik bang, dat mijn oud collega’s niet aanwezig zijn. Een vreemde gedachte want het dagcentrum was elke dag open, behalve feestdagen. Anja, die ik aan het eind van de gang onderscheid maakt een eind aan mijn onzekerheid. Als de deur wordt opengemaakt stap ik met mijn dochters een bekende wereld binnen. Ik ontmoet een aantal van mijn ex- collega’s, die nog even genieten van hun laatste minuten middagpauze. Ik ga buiten zitten op de stoelen, die voor ons worden neergezet. Na een klein kwartiertje verschijnen de eerste deelnemers en staan mijn ex-collega’s op. Ze gaan terug naar hun werk. In navolging van de ontstane dynamiek, sta ik ook op met de meisjes en loop naar de gang. Wij komen het lokaal binnen. Het lokaal waar ik dagelijks de deelnemers ontmoette. Het lokaal is een beetje veranderd. Ook de deelnemers zijn niet allemaal dezelfde. Maar de “de drie musketiers”, op hun rolstoelen zitten als vanouds naast elkaar. Met de rug naar de ingang. Zo gaat dat als je iemand met de rolstoel het lokaal werd ingereden, dan werd hij of zij meestal met de rug naar de ingang gezet. Zo gaat dat nu eenmaal. Voor de begeleider is dat de meest simpelste en tegelijkertijd ook de meest natuurlijke manier van brengen. Voor de persoon op de rolstoel leek mij dat altijd de meest vervelendste manier om in de ruimte te zitten. Hij of zij kon konden immers met moeite waarnemen wie er binnen kwam. Ik ben het lokaal ingegaan in navolging van de muziek, die ik op de gang hoorde. Het is Danny, de muziektherapeut, die op zijn gitaar verjaardagsliedjes speelt en zingt. De klanken van de gitaar en de zang geven een geweldige sfeer. Een van de deelneemsters is jarig. Zij is 58 jaar geworden. Hadas op mijn arm kijkt in het rond. Wat zou ze denken?, gaat er door mijn hoofd. Denise loopt het lokaal in. Ze wil weg. Kan ik me best voorstellen. Ik wil de tijd niet rekken. Ik geef de jarige een hand en feliciteer haar. Ze is blind, maar hoort me goed. Ik loop naar achteren. Denise is weer weg en ik kan nog even luisteren naar het volgende liedje wat Danny inzet. Ik raak Kobi bij zijn schouder aan. Hij zit naast me. Kan geen oogcontact met hem maken. Hij zit in zijn rolstoel en ik sta er naast. Zijn lichaam beweegt meteen, reageert op mijn aanraking. Denise komt terug. Ik besef dat ik weg moet. Ik wil dat Denise het leuk zal vinden hier nog eens terug te komen. Dus wil niet nog langer haar geduld op de proef stellen. Ik loop met haar naar de uitgang van het lokaal. Ze is als eerste op de gang. En dan zie ik hem. Ivan, geheel in het groen gekleed zit hij in zijn stoel. Hij lacht en kijkt naar mij. Zijn zwarte krullen glimmen. Zijn gezicht straalt. Zijn bruine ogen fonkelen en zijn dikke ronde buik schudt van het lachen. Ivan, vriend van me. Wat heerlijk om je weer eens zo te zien. Ik loop naar hem toe. Breng mijn vrije linkerarm om zijn rechter schouder, hij pakt mijn hand stevig beet. En kijkt lachend naar me op vanuit de diepte. Heel even lijkt de wereld stil te staan. Ik weet niet of hij herkent. Maar zijn lachen wordt in ieder gevalsteeds luider mijn hand wordt steviger gepakt en in de energie die hij uitstraalt neemt hij mij mee in een gevoel van warmte en blijdschap. Een onverwacht moment dat maar een aantal seconde duurde. Maar waarvan de herinnering me nog steeds van binnen verwarmt. Amiad Ilsar.